Hier wordt eerst herhaald voor welke vlakke zonnewijzers de figuren geldig zijn.
Telkens worden drie zonnewijzers getekend, alle voor een breedtgraad van 52° N:
De gnomonische gegevens van die drie zonnewijzers staan in de tabel hieronder.
phi | i | d | v | ts | b | |
Horizontale zonnewijzer | 52 | 0 | 0 | 52 | 0 | 0 |
Verticale zuidwijzer | 52 | 90 | 0 | -38 | 0 | 180 |
Willekeurige zonnewijzer | 52 | 40 | 45 | 18,9 | 28,7 | 27,4 |
Voor definities, zie dit artikel.
Deze maand worden voor puntzonnewijzers (met een gnomon) de volgende soorten lijnen getoond:
In de overzichtstekeningen die hierna volgen zijn de drie zonnewijzers steeds van boven naar beneden getekend in de volgorde
Sterrentijd, gesplitst voor elk halfjaar
Een sterrendag is ongeveer 4 minuten korter dan een zonnedag en wordt verdeeld in 24 gelijke sterrenuren.
Bij de sterrentijd zijn de datumlijnen voor de duidelijkheid weggelaten.
Ascendanten
De ascendanten geven aan wanneer een teken van de dierenriem opkomt.
Daarnaast zijn er de descendanten die aangeven wanneer een teken van de dierenriem ondergaat.
De figuren voor beide zijn elkaar gelijk maar de tekens bij de lijnen moeten voor de descendanten 6 tekens verder worden aangegeven.
Planetenuren
Planetenuren worden in zowel de oude als de hedendaagse literatuur vaak gelijk gesteld aan de antieke uren.
Er zijn een aantal zonnewijzers bekend waarop deze planetenuren zijn te zien.
Joseph Drecker definiëert in 1925 de planetenuren echter als de tjd die nodig is voor de opkomst van een half teken van de dierenriem.
Inmiddels is in oude literatuur met tekst en plaatjes een bevestiging gevonden dat dit systeem inderdaad bestaat.
Hier worden de planetenuren volgens de definitie van Drecker getoond.
Planetenuren voor het hele jaar en (herhaling) astrologische huizen
Meer over deze planetenuren is op deze site te lezen in Artikel van de Maand maart 2009.
Fer de Vries