< vorige
Zonnewijzertypen
volgende >

17. Hoogtemetende zonnewijzers

Dit zijn vaak eenvoudige zakzonnewijzertjes. Men hoeft namelijk niet te weten waar het noorden is, zodat een (ingebouwd) kompas niet nodig is.

Bij de boerenring (hieronder links) wordt eerst de datum ingesteld en het gaatje op de zon gericht. De tijd wordt aan de binnenkant afgelezen bij het lichtvlekje. De boerenring is niet erg nauwkeurig.

Bij de herderszonnewijzer (rechts) wordt de cilinder op de datum gedraaid en de wijzer op de zon gericht. De tijd wordt afgelezen bij de punt van de schaduw.

  


Uurplaatjes en kwadranten zijn er in vele soorten. Ze altijd hebben een vizier aan de bovenkant, dat op de zon gericht wordt. Sommige kunnen voor meerdere breedtegraden dienen.


Uurplaatje van Regiomontanus, voor breedtes tussen 40° en 60°.


Gunters kwadrant voor een vaste breedtegraad (foto: Jürgen Giesen).


Hoogtemetende zonnewijzers hebben het nadeel dat ze rond het middaguur niet erg nauwkeurig zijn, omdat de zonshoogte dan maar weinig verandert. Ook moet de gebruiker zelf beslissen of de aanwijzing een ochtend- of een middaguur betreft.

< vorige volgende >